David en Jiska in Azie

Filmpje

David heeft een filmpje gemaakt!

(Niet af te spelen op telefoon)

https://youtube.com/watch?v=sfGYQdufZzo&feature=share

Laatste verhaal. Tot morgen!

Daar zitten we dan. Op het vliegveld in Bali, enkele momenten verwijderd van afscheid nemen van Azië. We hebben zo veel gedaan en meegemaakt; en bijna alleen maar leuke dingen. Toen David de onderkant van mijn hoofd kaal scheerdeomdat ik luizen had. Toen een klein meisje met een kat communiceerde (miauw). Toen we een zandkasteel bouwden. Toen David kopje-onder ging in een modderbad, en zijn ogen niet meer kon openen. Toen een Aziaat ons fotografeerde in een zwembad, omdat we konden zwemmen. De keren dat David werd aangevallen door kleuters. De keren dat we poolden en bierpongden met mensen uit landen die we niet kenden. De keren dat de zware tochten helemaal goed werden gemaakt met prachtige uitzichten. De keren dat David complimentjes kreeg van mannen. Toen we de enigen waren in een club. Toen ik dinosaurussen tekende op David's rug. Toen Koreanen dansten op 'Gangnam Style'. Toen we langzaam bruiner werden, in plaats van rood. Toen we ontdekten dat curry heerlijk is. Toen we dachten: dit is het leukste land tot nu toe! Bij elk land. Toen we allebei een tattoo lieten zetten omdat we deze reis voor altijd bij ons willen dragen. Grapje. Toen mijn droom om op een olifant te rijden uitkwam. Toen mijn droom om op een paard te rijden uitkwam. De sterren. De eclips. De waterval. Toen we erachter kwamen dat we nog studiefinanciering krijgen. De wilde olifanten, wilde slangen, wilde gecko's, wilde varanen, wilde aapjes, wilde dolfijnen en wilde schildpadden. Toen we te veel sushi hadden besteld en ik sushi in mijn tas meesmokkelde. Toen ik op mijn ooglid was gestoken en mijn oog niet meer open kreeg. Toen we een wilde Jack Sparrow spotten. Toen we illegaal alcohol kochten in een 21+ land. Toen David op een krokodil stond. Toen we voor het eerst een Long Island dronken. Toen lokale inwoners ons lief hielpen. Toen we mails kregen van mensen in Nederland. Toen ik een mierenkolonie uitroeide met tandpasta. Toen we in Universal Studios King Julien zagen en allebei gilden. De keren dat de wifi sterk genoeg was om Adventure Time te kijken. Toen we elkaar weer mochten spreken na Vipassana. De massages. Toen we achter onze bus moesten aanrennen. Zonsopgang. Zonsondergang. Toen de man op het consulaat David uitlachte om zijn handtekening. Toen we zoveel spierpijn hadden van surfen dat we ziek werden. De keren dat we ons realiseerden hoe leuk het thuis is.

Tot morgen. En Azië; tot ziens.

Het land uitgezet

Dus.

We hebben het volgehouden. Tien dagen niet praten, weinig slapen, weinig eten, meer dan honderd uur mediteren en elke dag een uur lang luisteren naar wijze verhalen heeft ervoor gezorgd dat we anders in het leven staan. Ik ben blij te kunnen zeggen dat het écht niet zweverig was. We zouden het de hele wereld aanraden. Het hele leven is opeens een stuk makkelijker.
Na Vipassana hebben we verloren kilo's er met plezier weer bij gegeten en zijn we naar Yogyakarta gegaan. Vanaf daar gingen we naar Lewang, in een klein busje met een 1-jarig kind dat zijn zin kreeg als hij hoog gilde. De busreis duurde 12 uur. De gedachte die ik had ontwikkeld tijdens Vipassana dat het misschien toch wel leuk was later kinderen te krijgen, verdween als sneeuw voor de zon.
Lewang ligt tussen bergen. Er is geen internet en weinig licht, waardoor het aantal zichtbare sterren enorm is. Het was prachtig. 's Ochtends stonden we opom 4 uurom naar de Bromo vulkaan te gaan. Ik kleedde me aan: 2 hemden, 2 t-shirts, 2 vesten, 3 paar sokken, een legging, een broek en een sarong om mijn hoofd. Het was 4 graden. Ik word tegenwoordig al ziek als de airco op 27 graden staat.
We keken vanaf een hoge berg hoe de zonsopgang rood licht scheen op de vulkaan en de krater ernaast. Vervolgens reden we naar de vulkaan. Het leek wel een maanvlakte. Ik reed op een paard naar de top van de krater en we zagen het donkerblauwe meer waar witte wolken uitkwamen. Steeds als we denken dat we niet meer onder de indruk kunnen raken, worden we aangenaam verrast door wereldwonderen.
Van Lewang reden we naar Bali. De weg was donker, eng en deed ons denken aan de weg in Thailand, waar we langs een vers verbrande auto waren gereden. We zaten vooraan en keken toe hoe auto's op elkaar botsten.
We wilden ons visum verlengen, maar het was weekend. We gingen uit in de grootste club die we ooit zullen zien en spraken met mensen uit Estland (dat land kende ik!).
Op zondag vlogen we naar Lombok, waar we ons visum de volgende dag konden verlengen (de laatst mogelijke dag, ons visum was bijna verlopen). David gaf mij de paspoorten voor de eerste keer deze hele reis. We pinden een heleboel geld zodat we het hotel konden betalen en namen vanaf het vliegveld een taxi naar het hotel. Ik vergat mijn tas in de taxi. Met de versgepinde 200 euro, 18 dollar, de camera, mijn iPod classic, mijn iPod touch, mijn bankpas, en... onze paspoorten.
Dit was wanneer het duidelijk werd in hoeverre Vipassana de beste beslissing ooit is geweest. Ik was verdrietig om hoeveel ik in de zomer zal moeten werken om alles terug te betalen. Maar dit verdriet was kort, en ik was niet verdrietig om het materiële verlies. We hebben alle foto's nog op de iPad staan en niks is onvervangbaar. Dingen gebeuren. We zijn blij. Het geeft niet. Het is jammer, maar het had zo veel erger kunnen zijn (héél veel erger...).
We deden de dag erna aangifte in een politiebureautje, wat absoluut een ervaring was, en lunchten aan de zee. We moesten terug naar Bali om naar het consulaat te gaan, dus David ging achterop de Kawasaki van een hotelwerknemer om boot-tickets te boeken. Ja, dat was niet gebeurd als ik mijn tas niet had laten liggen hè.
In Bali gingen we naar het consulaat voor nieuwe paspoorten. David stond onder druk: hij had nog geen handtekening. Ik stond ook onder druk. We moesten nieuwe pasfoto's laten maken. Daar. Op dat moment. Dit was onmenselijk.
David zijn foto kon recht een Abercrombie-folder in. Mijn foto kon op een politiebureau komen te hangen, met een bordje 'gezocht' eronder.
David moest acht keer pinnen om genoeg geld te hebben om onze paspoorten te betalen.
De paspoorten zouden pas over twee weken op het consulaat zijn, dus we konden nog naar de Gili-eilanden: mini-eilandjes naast Bali/Lombok.
We gingen naar Gili Trawangan. Dit is het grootste eiland van de drie. Het is er gevuld met backpackers, barren en duikscholen. We gingen er uit en de volgende dag gingen we naar Gili Meno. Dit eiland is het kleinst. Je kunt er in anderhalf uur omheen lopen. Het staat vol met palmbomen, het strand is wit en de zee is lichtblauw. Het was er heel rustig, geen scooters of auto's, alleen paardenkarren en fietsen. Paradijs.
Vanaf het strand liepen we 's avonds terug naar ons huisje. Er is geen straatverlichting: alleen bos met paadjes en af en toe een koe. Het was pikzwart. We hadden een zaklamp bij ons. Ik moet bekennen: ik ben bang in het donker. Maar ik keek naar de miljoenen sterren boven ons en was niet bang. Tot David meedeelde dat het bizar veel leek op Slenderman.
De volgende ochtend gingen we snorkelen. We werden door een lokale jongen in een bootje rondgevaren. We zagen veel gekleurde vissen en mooi koraal; het was prachtig. We zagen schildpadden zwemmen en hebben een heel stuk mee gezwommen met een schildpad in diep water. Er was niks te zien, behalve donkerblauw water, één schildpad en zonnestralen. Het was magisch.
Op Gili Meno is een 'turtle sanctuary' met schildpadjes van onder de acht maanden. Ze worden daar gevoerd en beschermd tot ze groot genoeg zijn om vrij gelaten te worden in de zee. De beestjes waren zo klein als mijn handpalm.
We hebben nog vaker gesnorkeld, en veel schildpadden gezien. David heeft er zelfs een aangeraakt. Verder hebben we op Gili Meno zo min mogelijk gedaan. We zonden, zwommen, lazen en genoten van het niks doen. Dolce far niente.
Op een nacht toen ik wakker werd om naar de wc te gaan, hoorde ik het prullenbakje in de badkamer met een klap verschuiven. Ik deed het licht aan en bleef kijken. Gecko's zijn niet eng, ze zijn klein en schattig. Maar deze was ongeveer dertig centimeter. Ik was niet per sé heel bang, maar hij kwam de muur niet op. Hij probeerde de gladde muur op te komen, maar viel na een halve meter telkens naar beneden. Ik wilde best naar de wc met een toekijkend reptiel, maar de gedachte dat de gecko op mijn schoot zou landen hield me tegen. 'David... Een beest.' Er zijn zoveel momenten geweest waarop ik blij was dat ik niet alleen reisde. Dit was een van die momenten. David heeft de gecko uiteindelijk gevangen en naar buiten gebracht.
Na Gili Meno gingen we weer terug naar Gili Trawangan en vervolgens weer terug naar Bali. Vanaf de boot naar Bali zagen we dolfijnen. Eerst ver weg, toen dichterbij, en uiteindelijk sprongen er zelfs twee dolfijnen naast de boot.
Gister haalden we onze paspoorten op bij het consulaat. We gingen naar het immigratiekantoor om ons visum te verlengen: we waren al 10 dagen over de einddatum heen dus daarvoor moesten we dan ook nog zo een 200 euro per persoon voor betalen. We legden onze situatie uit en zeiden dat we het niet wilden betalen: we kónden ons visum niet eerder verlengen. We hebben met ongeveer vijf verschillende mensen gepraat. Ze herhaalden dat we twee keuzes hadden: betalen of het land uitgestuurd worden (maar dan bij het vliegveld ook moeten betalen). Uiteindelijk werd er tegen ons geschreeuwd en sloeg een man dramatisch met zijn hand op tafel. Het was weer een avontuur. Uiteindelijk kwamen we tot de conclusie dat we geen keuze hadden, dat Nederland veel beter geregeld is en boden de mannen hun excuses aan voor hun gedrag. We zijn vanochtend teruggegaan en moeten vrijdag ook nog terug, maar dan is alles geregeld.
In het immigratiekantoor was ook een ander Nederlands meisje dat haar paspoort was verloren. Ze was in een donker steegje met haar vriendin aangehouden door de 'Lombok-maffia' en met een mes bedreigd. Haar hele backpack was gestolen, inclusief alle foto's en souvenirs. Ze had helemaal niks meer, en ging eerder naar huis om deze reden. Het zette voor ons nog meer in het licht hoeveel geluk wij hebben gehad.
We zijn gister aangekomen in ons laatste hotel. Het is hier heel fijn. David haalde gisteravond de kikker uit de badkamer (hij begint expert te worden) en we hebben een goedkoop Grieks restaurant om de hoek.
We genieten van onze laatste week.

Over de evenaar

Goedendag mijn lieve blogvolgers,

Ik had graag eerder een blog geschreven, maar ik had geen zin.
Wat is er weer veel gebeurd. Ondertussen zijn David en ik heel verstandig en wijs, en voornamelijk ontzettend volwassen.
En schrander en erudiet. Hè Sjoerd?
De dag na mijn laatste verslag zijn we naar Maleisië gegaan. Het was een lange dag: het kostte ons een boot en drie bussen om er te komen. In de avond kwamen we aan in Georgetown, Penang. Het is een eilandje, maar tot onze verbazing waren er veel skyscrapers. Die hebben we verder alleen in Bangkok gezien. We hadden Maleisië niet zo modern verwacht.
De mensen van het hostel hadden net eten klaargemaakt voor zichzelf, en vroegen of we mee wilden eten. We hadden de hele dag nauwelijks gegeten, dus probeerden beleefd te blijven terwijl we zo veel mogelijk eten naar binnen schrokten. Het waren erg lieve mensen, uit Frankrijk, Myanmar en de Filippijnen. De man uit Myanmar had een cocktail voor zichzelf gemaakt, was uitgeschoten, en niet veel later aangeschoten. De man uit de Filippijnen gaf hem bier, en legde een Filippijnse traditie uit: in de Filippijnen wassen ze kleren met de hand. Als je ze gewassen hebt met zeep, moet je ze naspoelen met water. 'Dit is hetzelfde', zei hij, terwijl hij het biertje voor de dronken man zetten. 'Sterke drank moet je naspoelen met bier.'
Het hielp niet.
Van Georgetown gingen we naar Cameron Highlands. Het is hier nog heel engels. We hebben theeplantages bezocht, wat onwijs mooi was. We leerden hier dat alle thee gemaakt is van dezelfde theeplant en dat de smaak alleen verschilt door verschil in verwerking (dit is een van die dingen waar we dus veel wijzer van geworden zijn).
We zijn naar Mossy Forest geweest, wat een bemost bos is. Ja, echt. Ze hadden er vleesetende planten. Maar we leven nog. We zijn er ook naar een vlinderboerderij geweest. Er waren mooie vlinders, maar ook een (nog veel groter) gedeelte met allemaal andere beesten. Zoals reptielen. Enschorpioenen. En kevers. En sprinkhanen. En spinnen. En dat allemaal op zijn Aziatisch: twintig keer groter dan in Nederland. Dus ik ga nooit meer een bos in.
Na Cameron Highlands gingen we naar Kuala Lumpur. Ik voelde me niet zo lekker in de bus. Dat gebeurt soms in Azië. Het eten is hier anders. Dan rommelt je buik en moet je nodig naar de wc en wil je daar het liefst een week logeren. De busreis duurde zo een vijf uur. Ja. Dat was ook wel een ervaring.
Kuala Lumpur vonden we heel leuk. Het is een rijke stad. Ik heb in onze hotelkamer een mierenkolonie uitgeroeid met tandpasta, we hebben de tweede grootste schildpad van de wereld gezien, een water en licht-voorstelling bijgewoond, Fast and Furious 7 gekeken (en met de hele zaal gehuild op het einde) en we hebben meegedaan aan een Pub Crawl. Het was leuk om mensen te spreken van over de hele wereld. Ik heb wel besloten wat vaker naar wereldkaarten te kijken. Elk gesprek begint nu met: Waar ligt dat?
Melaka was onze volgende stop. Dit dorpje heeft Engelse, Portugese en Nederlandse invloeden. Er stond een molentje en een gereformeerde kerk. Hoe groot de invloeden van de koloniale tijd ook zijn geweest; Frozen heeft een grotere invloed. Elke winkel verkocht Frozen-artikelen en de tuc-tucs waren helemaal roze met Frozen-poppen erop.
Het openbaar vervoer in Maleisië is ontzettend goed dus we waren binnen een paar uur in Singapore. Singapore is rijk. Het is ongeveer vier keer duurder dan de andere landen waar we geweest zijn, maar ook vier keer schoner. Je mag niet op straat spugen, op straat roken, kauwgom kauwen, oversteken bij rood licht of eten of drinken in de metro. De straffen zijn tussen boetes tussen de 300 en 600 euro! Het geld gaat wel ergens heen: de gebouwen zijn heel vet en de dagelijkse water en licht (en vuur!)-voorstelling is erg bijzonder.
In Singapore hebben we Bobby opgezocht. Bobby is de neef van David's Indonesische opa en 81 jaar oud. We gingen langs en belden aan. De woorden 'ik ben de kleinzoon van Jompie en Jikke' waren genoeg om volgestopt te worden met koekjes. Bobby liet een oud foto-album zien, terwijl Pinkie, hun groene dwergpapegaai, ons nieuwsgierig aankeek vanaf de schouder van zijn huisgenote.
Vanuit Singapore vlogen we naar Jakarta. We hadden veel slechts gehoord over deze stad, en misschien is het wel waar dat het vies is en er niks te doen is, maar de mensen zijn hier zo aardig (en mooi)! Indonesische mensen zijn heel anders dan in de andere landen waar we geweest zijn. Ook als ze geen engels spreken blijven ze lachen en proberen ze je te helpen - zelfs als je er niet om vraagt. Als iemand op ons afkomt om ons te helpen, hou ik mijn tas stevig vast en vormen mijn ogen zich tot spleetjes, terwijl ik me afvraag op wat voor manier deze persoon geld van ons zal proberen te krijgen - om vervolgens vriendelijk geholpen te worden.
We zijn nu in Bogor, onder Jakarta. De stad van de botanische tuinen. Tot onze grote verbazing spreken mensen hier veel Nederlands. We dachten dat alleen heel oude mensen dat nog konden, maar zijn erachter gekomen dat jongeren Nederlands leren op universiteiten.
Indonesisch eten is heel lekker. Wel pittig, maar we wennen er langzaam aan. Soms zonder keuze (wat een kleine sperziebonen! ...).
Verder zijn we erachter gekomen dat de Indonesische president, Joko Widodo (haha), de Aziatische versie van Obama is.
Morgen begint onze 10-daagse Vipassana-cursus. Het is meditatie, en nee het is niet zweverig, en nee ik ben nu niet opeens een hippie zoals mijn ouders vroeger (ja mam ik heb je door).
Mijn mentor op de hogeschool heeft me erover verteld en door haar keek ik de documentaire 'Doing time doing Vipassana' (aanrader!).
Vipassana betekent letterlijk: Dingen zien zoals ze zijn.
Met de techniek leer je kijken naar je eigen ervaringen zonder (voor)oordelen of verwachtingen. Je leert er beter door te focussen en in het nu te leven.
We kijken er heel erg tegen op. Elke ochtend opstaanom 4 uur,zo een elf uur per dag mediteren, tien dagen lang niet praten (ja...), urenlang in dezelfde positie zitten zonder te mogen bewegen... En tien dagen zonder elkaar. Het schijnt dat je ondraaglijke pijn ervaart en dan dus niet mag reageren, want daar leer je van dat pijn voorbij gaat. Er zijn (niet heel verrassend) veel mensen die het niet volhouden.
Als je nu nog steeds denkt dat het zweverig en achterlijk is: Macklemore heeft Vipassana gedaan en heeft er een liedje over ("Vipassana"). Macklemore is een hiphop-rapper dus nu is het officieel cool.
Doeeeeei

Knuffeltijgers, zoenkrokodillen en een volle maan

Sawadee ka!

Het spijt me dat ik zo lang niet heb geschreven. We waren druk bezig met ons nieuwe huis inrichten.
Van Pai zijn we terug gegaan naar Chiang Mai. Daar hebben we een Thaise massage genomen. David vond het erg lekker. Ik kreeg het gevoel dat mijn masseuse een onverklaarbare afkeer van mij had. We hebben ook met tijgers geknuffeld en David is vreemdgegaan met een krokodil.
Van Chiang Mai gingen we naar Ayutthaya met de nachttrein. Het openbaar vervoer van Thailand is erg goed geregeld en de trein was heel modern. We kwamen aan in Ayutthaya om half vijf 's ochtends. Het had er geregend en overal lagen grote plassen. Er was vrijwel geen straatverlichting. We besloten dat lopen naar het centrum goedkoper was dan een taxi te nemen, dus liepen met onze loodzware backpacks over de snelweg, in de hoop het centrum te vinden.
Maar als alles dicht en donker is, hoe vind je dan het centrum? Gelukkig is Thailand gevuld met 7 eleven's: mini-winkeltjes die altijd open zijn. Voor een van deze ontzettend handige uitvindingen zijn we gaan zitten tot het licht werd. We gingen op zoek naar een hostel. Alle hostels gingen pas na acht uur open, en het was ondertussen zes uur. Uiteindelijk besloten we onze backpacks ergens in bewaring te laten en maar gelijk door te gaan naar Bangkok.
Voor we vertrokken liepen we door de ruïnes van Ayutthaya. Het is een heel mooi stadje, met mooie parken en veel water. We liepen een bruggetje op en opeens hoorden we een harde plons. We speculeerden over wat het geweest had kunnen zijn, en besloten uiteindelijk dat het een otter-achtig beest geweest had moeten zijn. Even later, toen ik over het meer keek, keek ik recht in de ogen van een groot hagedis-achtig beest. Nu waren we de dag ervoor in een reptielen-opvang geweest (waar David het dus nodig vond een krokodil te zoenen) waar ze Komododraken hadden. Komododraken eten mensen enzo. Deze reptiel, die me strak aankeek zonder te bewegen, had veel te veel weg van een Komododraak. Dit was dus het beest dat naast ons het water in was gesprongen! We zijn het beest gaan volgen en het speelde verstoppertje met ons. Af en toe verdween het achter een drijvende tak of onder water, waarna het voorzichtig weer keek of we het nog in de gaten hielden. Wat een spanning en sensatie! Later (oke ik heb het net pas opgezocht) zijn we erachter gekomen dat het een watervaraan was. 'Watervaraan' is echter niet een passende naam naar mijn mening, aangezien het een anderhalf lange meter vleesetende reptiel is.
Van Bangkok gingen we naar Pattaya. Ik zal proberen deze stad te omschrijven wijl rekening te houden met minderjarige lezers. Pattaya is één grote hoerenbuurt. In ons hotel hing een waarschuwing: 'Pas op dat de vrouw die je mee naar huis neemt niet je geld steelt!' Als we ontbeten waren we omringd door westerse oude mannen die in hun eentje aten. Als we dineerden waren we omringd door westerse oude mannen die met Aziatische meisjes aten.
De uitgaansstraat was Walking Street. Sommige barren hadden dansende vrouwen achter ramen en sommigen hadden ongeveer 50 barmeisjes: je kunt barmeisjes opkopen voor een avond. Als je over straat liep werd je om de vijf meter gevraagd of je interesse had in een live-optreden of een ping pong-show.
Overdag is Pattaya een vrij normale stad met leuke winkelcentra en marktjes en heerlijke curry.
Van Pattaya gingen we terug naar Bangkok. Het is een enorme stad. We hebben er mooie en interessante dingen gezien. In een winkelcentrum was een auto-verdieping met Rolls Royce auto's. Niet dat een gouden Buddha-beeld van 15 bij 43 meter niet mooi is, maar uit David's reactie bleek wel waar zijn voorkeur lag.
Toen we door een tuctuc bij een verkeerde straat afgezet werden, zagen we Davide. Hij was onze ober in Italië. Kleine wereld! We gingen naar Chinatown en zagen hem weer. Hij was met nog wat mensen en ze gingen net haaienvinnensoep eten. Haaienvinnensoep is niet mijn nieuwe lievelingseten, maar het was... een ervaring.
Van Bangkok vlogen we naar Koh Samui, waarvandaan we naar Koh Phangan gingen. Dit is een eiland in het zuiden van Thailand, dat vooral bekend staat om de Full Moon Party die elke maand met volle maand plaatsvindt. Het was een verademing om hier aan te komen. Na al die drukke benauwde steden was het heerlijk om aan het strand te kunnen zitten in de wind. De stranden zijn waanzinnig mooi. Ons bed is gemaakt van cement en we vermoeden dat ons matras gemaakt is van soortgelijk materiaal, maar het strand slaapt heerlijk.Er is hier niet veel te doen, maar elke avond zijn er grote feesten en ons hostel heeft een lig-bar met uitzicht op de zee. We kwamen Davide ook weer tegen terwijl we in de zee zwommen (ja echt, derde keer) en we hebben gesnorkeld. Zee-egels zijn minder leuk dan vissen, dus dat proberen we wel opnieuw in Indonesië.
Gister was de Full Moon Party.Op zoeen feest komen maandelijks 10.000 tot 30.000 mensen. Er waren clubs met verschillende soorten muziek, vuurshows, vuurwerk, heel veel dronken mensen, emmersvol alcohol (misschien de laatste twee in omgekeerde volgorde), plassende jongens in de zee, zwemmende mensen in de zee, stelletjes die vergaten dat ze niet alleen waren, heel veel stalletjes met eten, verloren slippers en overal zand.
Vandaag was onze laatste dag in Thailand, morgen gaan we naar Maleisië. Toen we vanavond van de markt terug naar ons hostel liepen, viel het ons op dat de maan heel klein was. Dat vonden we gek, aangezien het gister nog volle maan was. De maan werd steeds voller. We hadden dit nog nooit gezien en vonden het best gek allemaal. Uiteindelijk was de maan zoals die hoorde te zijn. Een man van ons hostel zei net tegen ons: hebben jullie de eclips gezien?
Oh.
Zoals in ons vorige, vrij kort samengevatte en abstracte, reisverslag al was vermeld: we komen een maand eerder naar huis. Het was allemaal duurder dan verwacht. We hebben hier vrede mee en gaan wel nog naar alle landen die op de planning stonden. We hebben onze vlucht gelukkig kunnen omboeken, net als het hotel voor onze laatste week.

Update

Even een snelle update!

Ten eerste: dankzij lieve Suzanne zijn er nieuwe foto's geplaatst
Ten tweede: David en ik komen een maand eerder naar huis
Wat een vrolijke berichten toch weer.
Tot de volgende keer!

Tetterende olifanten en sissende slangen

Sorry voor het late verslag. Een olifant blies het verhaal steeds uit.
Vang Vieng in Laos was helemaal gek. In elk restaurant waren grote schermen waar Amerikaanse series werden afgespeeld, er waren ontzettend veel barren en overal werden Happy Pizza's en Mushroomshakes verkocht. Langs de rivier de Mekong staan barren. Je kunt met een band over de rivier dobberen en bij de barren drinken. Alleen in 2011 zijn er 27 backpackers dood gegaan doordat ze dronken tegen stenen aan doken of verdronken. Er zijn nu nog maar zes barren open en er gaan niet meer zo veel mensen dood geloof ik. Dit dobberen heet Tuben. Wij hebben ook getubet maar wij leven nog. Hoewel ik bijna tegen een boom aandreef en David bij het instappen een achteroverkoprol maakte.
Op een avond liepen we over straat toen een jongetje naast David ging lopen en hem nadeed. Hij deed zijn handen in zijn zakken en liep met grote stappen. Voor we het wisten waren er vijf Aziatische kindjes die David nadeden in alles wat hij deed. Een van de kinderen klom op David zijn rug en liftte een paar meter mee. Opeens renden ze allemaal weer weg. Ik was blij dat ze onze portemonnee niet hadden gestolen en David was blij dat het kindje van hem af was.
Na Vang Vieng gingen we naar Luang Prabang. We hebben op een olifant gereden en veel olifanten gezien en gevoerd. Er was ook een zwembad waar we gingen lummelen met lokale kinderen. Een meisje had duidelijk een concentratieprobleem en kreeg de bal steeds tegen haar gezicht aan.
We zijn naar de Khuangsy waterval geweest. Deze waterval is enorm.Naast de waterval is een Vlindertuin, opgericht door een Nederlands stel. Ze waren aan het reizen en besloten alles thuis te verkopen om dit te kunnen funderen. Toen we de Vlindertuin inliepen zagen we hoe een vlinder een spinnenweb invloog en hoe een spin, nog groter dan de vlinder zelf, op de vlinder ging zitten. Onze gids haalde haar schouders op: 'Dat is de natuur he.'
Van Luang Prabang namen we een slowboat naar Pak Beng (gewoon een langzame boot). De reis was erg mooi. De rivier liep tussen hoge bergen met af en toe een paar hutjes waar mensen wonen. Pak Beng bestaat uit ongeveer twee straten bovenop een berg. We sliepen er en de volgende ochtend ging de boot verder naar Hua Xay. Voor we vertrokken hoorden we hoorns aan de andere kant van de rivier, op de bergen. We zagen olifanten die tetterden.
Op de boot ontmoetten we vier andere backpackers die ook naar Thailand gingen. Na de douane in Hua Xay staken we de rivier over en waren we in Chiang Kong, Thailand, en er was een busje waar nog vier mensen bijpasten naar Chiang Mai (waar we heen wilden). We wilden absoluut niet in Chiang Kong slapen. Na veel gesmeek mochten we op de grond van het busje zitten. De busreis bleek langer dan verwacht en om twaalf uur 'snachts kwamen we aan in Chiang Mai. We vonden vrijwel meteen een hostel met vier kamers met gedeelde badkamer. Aangezien we met zijn zessen waren was dit perfect. We gingen nog met zijn allen uit naar een club vol met westerse mannen die thaise meisjes versierden.
Chiang Mai is een vrij grote stad. We konden niet geloven hoe westers Thailand is. Er zijn grote winkelcentra, normale wc's en er is minder karaoke.
In Chiang Mai zijn we naar een tempel geweest waar twintig monniken op hun knieen naar een groot Buddha beeld gebogen zaten en gekke geluiden maakten. We hebben ook met Sokue gepraat, een monnik. Hij vertelde ons de tien regels waar hij zich aan moest houden. Hij was nog maar 17, maar 'echte' monniken hadden bijna 300 regels om zich aan te houden.
Zijn regels waren:
- Niet het leven van een levend wezen afnemen
- Niet nemen wat niet gegeven is, of stelen
- Geen seksuele handelingen uitvoeren
- Geen leugens vertellen en geen grof taalgebruik
- Geen substanties gebruiken die slecht zijn voor het lichaam (drugs, alcohol)
- Niet meer eten na lunch, alleen drinken
- Niet het uiterlijk veranderen (bijvoorbeeld door make-up)
- Niet zingen of dansen
- Slapen moet op de grond
- Geen geld aannemen
Ze mogen niet zingen of dansen! Dat wordt gezien als onbeleefd. Ik vroeg of het dan wel mag als ze alleen zijn in hun kamer, maar dat mag ook niet.
We hebben ook een massage genomen. Op het einde werden we gekraakt. De vrouw duwde me voorover en leunde op mijn schouders. Vervolgens deed ze het nog een keer. Ik dacht dat ik weer voorover moest buigen, maar blijkbaar niet. De vrouw maakte een soort koprol over me heen. Alsof het allemaal nog niet ongemakkelijk genoeg was.
Van Chiang Mai gingen we naar Pai. Het lijkt op een cowboy-dorp uit een film. Overal zijn hippies en hipsters. Een op de tien mensen loopt rond met verband door scooter-ongelukken. Dus wij gingen scooter rijden. We gingen naar 'Land Split', waar een aardbeving de grond gesplitst heeft. We kregen er verse sap en vers fruit. We reden ook nog langs een olifantenkamp. Terwijl ik een van de olifanten voerde, zei een verzorger dat ik dichter bij de olifant moest gaan staan. Hij riep wat naar de olifant en de olifant tilde me op met zijn slurf. Ieh.
Verder heb ik ongeveer een miljoen muggenbulten. David smeert zich niet eens meer in onder het motto 'ze pakken jou toch'. Een mug is zo brutaal geweest me op mijn ooglid te prikken, waardoor ik er uitzag alsof ik mee had gedaan aan een potje Thai boksen.
In Pai is ook een zwembad. Terwijl David aan het zwemmen was lag ik op een matje op het gras. Opeens hoorde ik een watersproeier achter me aan gaan. Toen ik om keek bleek het een slang te zijn van ongeveer anderhalve meter.
Zo. Nu mag de olifant het verhaaltje uitblazen.

Same Same but Different

Hallo.
Mijn excuses voor dit late verslag. Er was geen wifi in de gevangenis.
We hebben bij het Hoan Kiem Meer het jaar van de houten geit ingeluid met mooi vuurwerk. Na het vuurwerk verbrandden de Vietnamezen hun offers op straat.
We liepen nog over straat toen een dronken man me de weg vroeg. Ik zette snel een stap naar achter, waarna hij het aan David vroeg. Zijn gezicht was ongeveer tien centimeter bij die van David verwijderd, toen hij schrok en zei: 'Oh my God, you're so pretty!' Hij pakte David zijn gezicht vast en vroeg: 'Do you wanna make babies with me?'
David wilde dat niet.
Na Hanoi gingen we naar Vientiane, Laos. De bus deed er 22 uur over. In de bus zaten ook een meisje waar ik bij op de middelbare school heb gezeten, en een jongen die dezelfde studie gaat doen als David. Daar zit je dan, aan de andere kant van de wereld.
De bus stopte 's nachts voor de grens naar Laos. In de ochtend ging de grens open. We liepen ongeveer een kilometer naar de 'Laos Visa entry point', tussen bergen door met honderden vlinders om ons heen. Het was heel magisch, en toonaangevend voor de rest van Laos.
Aangekomen in Vientiane werden we naar het centrum gebracht in een Tuc Tuc. Een Vietnamees mannetje vertelde ons dat hij graag bij het vuurwerk in Hanoi geweest was, maar hij moest op het hostel passen. Hij zag eruit als vijftien, maar vertelde dat hij een vrouw had. Ik vroeg of hij ook kinderen had. Hij begon te stralen. 'No, but maybe tomorrow!' Zijn vrouw had al anderhalve week eerder mogen bevallen, en het kind kon elk moment komen. Wist hij al of het een jongetje of een meisje werd? Hij straalde nog harder: 'A boy, of course!'
Vientiane is de hoofdstad van Laos, maar lijkt meer op een dorp. De sfeer, en de mensen, zijn er erg anders dan in Vietnam. De mensen zijn vriendelijk, glimlachen, en schreeuwen niet tegen je als je ze niet begrijpt. In Laos speelt Buddhisme ook een grote rol, terwijl in Vietnam de meeste mensen niet gelovig zijn. Hierdoor zijn er veel mooie tempels en beelden.
We zijn naar een tempel geweest waar de hele muur vol stond met Buddha-beelden. Na een rondje gelopen te hebben langs de muur zei David: 'Ik vind het Christendom wel iets meer variatie hebben.'
Bij een tempel stond een groot gouden Buddha-beeld met een schattig peutertje er naast. Hij at nootjes terwijl hij met grote ogen naar me keek. Ik maakte een foto. Hij stond op en zette een paar stappen richting mij. Boos gooide hij nootjes naar me.
Ik weet niet zo goed wat David en ik verkeerd doen om zoveel boze peuters achter ons aan te hebben.
Een avond aten we patat bij een Belgische patatkraam. We vroegen aan de Vietnameze verkoper of hij wel eens in België geweest was. Toen vertelde hij ons even zijn levensverhaal. In het kort:
Hij was 26 en had een 65-jarig vriendje in Nederland. Hij kende zijn vriendje al 11 jaar en heeft vier jaar lang elke maand geld toegestuurd gekregen.
Na Vientiane gingen we naar Vang Vieng. Het is nog kleiner dan Vientiane, en ligt tussen bergen. Het is ongelooflijk mooi. De eerste avond liepen we over straat en zagen we in de verte allemaal wensbalonnen in de lucht. David gaf aan dat het helemaal niet zijn verjaardag was.
Het zag er ongeveer zo uit:
https://m.youtube.com/watch?v=RyrYgCvxBUg
We zijn met mountainbikes naar de Blue Lagoon gefietst. 7 kilometer in Nederland bleek anders te zijn dan 7 kilometer in Laos. Hobbeldebobbel in 36 graden.
De Blue Lagoon is een helderblauw stuk water met een boom eroverheen waar je vanaf kunt springen of aan kunt schommelen. Westerse toeristen maakten salto's en filmden alles. Aziatische toeristen zwommen rond in hun kleding met zwemvesten. Twee oudere aziatische vrouwen sprongen van de boom (zo een zes meter hoog) het water in, waarna ze zich bedachten dat ze eigenlijk helemaal niet konden zwemmen. Aan de kant werden zwemvesten van lichamen getrokken en in het water gegooid. De vrouwen moesten alleen maar lachen. Wij ook.
Verder zijn we nog naar een restaurant geweest waar we door kleine kindjes geholpen werden, zijn we naar een Jungle Party geweest en hebben we het Gangnam-style dansje geleerd van Koreanen.
Doei!
P.s.Mijn vorige verslag was 191 keer bekeken, maar ik weet van ongeveer 15 mensen dat ze mijn reisverslag volgen. Wees alsjeblieft niet bang om een berichtje achter te laten!