Dus.
We hebben het volgehouden. Tien dagen niet praten, weinig slapen, weinig eten, meer dan honderd uur mediteren en elke dag een uur lang luisteren naar wijze verhalen heeft ervoor gezorgd dat we
anders in het leven staan. Ik ben blij te kunnen zeggen dat het écht niet zweverig was. We zouden het de hele wereld aanraden. Het hele leven is opeens een stuk makkelijker.
Na Vipassana hebben we verloren kilo's er met plezier weer bij gegeten en zijn we naar Yogyakarta gegaan. Vanaf daar gingen we naar Lewang, in een klein busje met een 1-jarig kind dat zijn zin
kreeg als hij hoog gilde. De busreis duurde 12 uur. De gedachte die ik had ontwikkeld tijdens Vipassana dat het misschien toch wel leuk was later kinderen te krijgen, verdween als sneeuw voor de
zon.
Lewang ligt tussen bergen. Er is geen internet en weinig licht, waardoor het aantal zichtbare sterren enorm is. Het was prachtig. 's Ochtends stonden we opom 4 uurom naar de Bromo vulkaan te gaan.
Ik kleedde me aan: 2 hemden, 2 t-shirts, 2 vesten, 3 paar sokken, een legging, een broek en een sarong om mijn hoofd. Het was 4 graden. Ik word tegenwoordig al ziek als de airco op 27 graden staat.
We keken vanaf een hoge berg hoe de zonsopgang rood licht scheen op de vulkaan en de krater ernaast. Vervolgens reden we naar de vulkaan. Het leek wel een maanvlakte. Ik reed op een paard naar de
top van de krater en we zagen het donkerblauwe meer waar witte wolken uitkwamen. Steeds als we denken dat we niet meer onder de indruk kunnen raken, worden we aangenaam verrast door wereldwonderen.
Van Lewang reden we naar Bali. De weg was donker, eng en deed ons denken aan de weg in Thailand, waar we langs een vers verbrande auto waren gereden. We zaten vooraan en keken toe hoe auto's op
elkaar botsten.
We wilden ons visum verlengen, maar het was weekend. We gingen uit in de grootste club die we ooit zullen zien en spraken met mensen uit Estland (dat land kende ik!).
Op zondag vlogen we naar Lombok, waar we ons visum de volgende dag konden verlengen (de laatst mogelijke dag, ons visum was bijna verlopen). David gaf mij de paspoorten voor de eerste keer deze
hele reis. We pinden een heleboel geld zodat we het hotel konden betalen en namen vanaf het vliegveld een taxi naar het hotel. Ik vergat mijn tas in de taxi. Met de versgepinde 200 euro, 18 dollar,
de camera, mijn iPod classic, mijn iPod touch, mijn bankpas, en... onze paspoorten.
Dit was wanneer het duidelijk werd in hoeverre Vipassana de beste beslissing ooit is geweest. Ik was verdrietig om hoeveel ik in de zomer zal moeten werken om alles terug te betalen. Maar dit
verdriet was kort, en ik was niet verdrietig om het materiële verlies. We hebben alle foto's nog op de iPad staan en niks is onvervangbaar. Dingen gebeuren. We zijn blij. Het geeft niet. Het is
jammer, maar het had zo veel erger kunnen zijn (héél veel erger...).
We deden de dag erna aangifte in een politiebureautje, wat absoluut een ervaring was, en lunchten aan de zee. We moesten terug naar Bali om naar het consulaat te gaan, dus David ging achterop de
Kawasaki van een hotelwerknemer om boot-tickets te boeken. Ja, dat was niet gebeurd als ik mijn tas niet had laten liggen hè.
In Bali gingen we naar het consulaat voor nieuwe paspoorten. David stond onder druk: hij had nog geen handtekening. Ik stond ook onder druk. We moesten nieuwe pasfoto's laten maken. Daar. Op dat
moment. Dit was onmenselijk.
David zijn foto kon recht een Abercrombie-folder in. Mijn foto kon op een politiebureau komen te hangen, met een bordje 'gezocht' eronder.
David moest acht keer pinnen om genoeg geld te hebben om onze paspoorten te betalen.
De paspoorten zouden pas over twee weken op het consulaat zijn, dus we konden nog naar de Gili-eilanden: mini-eilandjes naast Bali/Lombok.
We gingen naar Gili Trawangan. Dit is het grootste eiland van de drie. Het is er gevuld met backpackers, barren en duikscholen. We gingen er uit en de volgende dag gingen we naar Gili Meno. Dit
eiland is het kleinst. Je kunt er in anderhalf uur omheen lopen. Het staat vol met palmbomen, het strand is wit en de zee is lichtblauw. Het was er heel rustig, geen scooters of auto's, alleen
paardenkarren en fietsen. Paradijs.
Vanaf het strand liepen we 's avonds terug naar ons huisje. Er is geen straatverlichting: alleen bos met paadjes en af en toe een koe. Het was pikzwart. We hadden een zaklamp bij ons. Ik moet
bekennen: ik ben bang in het donker. Maar ik keek naar de miljoenen sterren boven ons en was niet bang. Tot David meedeelde dat het bizar veel leek op Slenderman.
De volgende ochtend gingen we snorkelen. We werden door een lokale jongen in een bootje rondgevaren. We zagen veel gekleurde vissen en mooi koraal; het was prachtig. We zagen schildpadden zwemmen
en hebben een heel stuk mee gezwommen met een schildpad in diep water. Er was niks te zien, behalve donkerblauw water, één schildpad en zonnestralen. Het was magisch.
Op Gili Meno is een 'turtle sanctuary' met schildpadjes van onder de acht maanden. Ze worden daar gevoerd en beschermd tot ze groot genoeg zijn om vrij gelaten te worden in de zee. De beestjes
waren zo klein als mijn handpalm.
We hebben nog vaker gesnorkeld, en veel schildpadden gezien. David heeft er zelfs een aangeraakt. Verder hebben we op Gili Meno zo min mogelijk gedaan. We zonden, zwommen, lazen en genoten van het
niks doen. Dolce far niente.
Op een nacht toen ik wakker werd om naar de wc te gaan, hoorde ik het prullenbakje in de badkamer met een klap verschuiven. Ik deed het licht aan en bleef kijken. Gecko's zijn niet eng, ze zijn
klein en schattig. Maar deze was ongeveer dertig centimeter. Ik was niet per sé heel bang, maar hij kwam de muur niet op. Hij probeerde de gladde muur op te komen, maar viel na een halve meter
telkens naar beneden. Ik wilde best naar de wc met een toekijkend reptiel, maar de gedachte dat de gecko op mijn schoot zou landen hield me tegen. 'David... Een beest.' Er zijn zoveel momenten
geweest waarop ik blij was dat ik niet alleen reisde. Dit was een van die momenten. David heeft de gecko uiteindelijk gevangen en naar buiten gebracht.
Na Gili Meno gingen we weer terug naar Gili Trawangan en vervolgens weer terug naar Bali. Vanaf de boot naar Bali zagen we dolfijnen. Eerst ver weg, toen dichterbij, en uiteindelijk sprongen er
zelfs twee dolfijnen naast de boot.
Gister haalden we onze paspoorten op bij het consulaat. We gingen naar het immigratiekantoor om ons visum te verlengen: we waren al 10 dagen over de einddatum heen dus daarvoor moesten we dan ook
nog zo een 200 euro per persoon voor betalen. We legden onze situatie uit en zeiden dat we het niet wilden betalen: we kónden ons visum niet eerder verlengen. We hebben met ongeveer vijf
verschillende mensen gepraat. Ze herhaalden dat we twee keuzes hadden: betalen of het land uitgestuurd worden (maar dan bij het vliegveld ook moeten betalen). Uiteindelijk werd er tegen ons
geschreeuwd en sloeg een man dramatisch met zijn hand op tafel. Het was weer een avontuur. Uiteindelijk kwamen we tot de conclusie dat we geen keuze hadden, dat Nederland veel beter geregeld is en
boden de mannen hun excuses aan voor hun gedrag. We zijn vanochtend teruggegaan en moeten vrijdag ook nog terug, maar dan is alles geregeld.
In het immigratiekantoor was ook een ander Nederlands meisje dat haar paspoort was verloren. Ze was in een donker steegje met haar vriendin aangehouden door de 'Lombok-maffia' en met een mes
bedreigd. Haar hele backpack was gestolen, inclusief alle foto's en souvenirs. Ze had helemaal niks meer, en ging eerder naar huis om deze reden. Het zette voor ons nog meer in het licht hoeveel
geluk wij hebben gehad.
We zijn gister aangekomen in ons laatste hotel. Het is hier heel fijn. David haalde gisteravond de kikker uit de badkamer (hij begint expert te worden) en we hebben een goedkoop Grieks restaurant
om de hoek.
We genieten van onze laatste week.